Hoe fel de strijd over de ‘methode Laurentien’ was, blijkt uit correspondentie met het ministerie van Financiën

De stichting (Gelijk)waardig Herstel helpt erkende gedupeerden van de toeslagenaffaire bij de afhandeling van hun zaak. Sinds vorig jaar is de stichting zelf in gevecht geraakt met het ministerie van Financiën. Eind februari kwam het app-verkeer binnen het ministerie over die ruzie naar buiten, maar dat van de stichting ontbrak goeddeels. Follow the Money kreeg die correspondentie wel, en reconstrueerde een verhit conflict.
Dit stuk in 1 minuut
- De affaire rond de kinderopvangtoeslagen, ook wel toeslagenaffaire genoemd – maar beter: het toeslagenschandaal – gaat over grootschalige schending van burgerrechten door de Nederlandse overheid. Om precies te zijn: door de Belastingdienst.
- Dit artikel gaat over de hersteloperatie van dat kolossale schandaal: die krijgt maar niet de vaart waar de tienduizenden gedupeerde ouders recht op hebben.
- De Stichting (Gelijk)waardig Herstel (SGH) heeft een methode ontwikkeld waarmee de benadeelde ouders het snelst en het best kunnen worden geholpen.
- De hersteloperatie verloopt bijzonder traag en dat heeft veel te maken met het departement dat daar leiding aan geeft: het ministerie van Financiën.
- De SGH – met name haar medeoprichter, prinses Laurentien – ligt sinds de lente van 2024 onder vuur van het ministerie.
- Dit artikel onthult nieuwe details over de intense strijd tussen de SGH en het ministerie.
- Vandaag (donderdag 27 maart) vindt om 13.30 in de Tweede Kamer een commissiedebat plaats over de Hersteloperatie Kinderopvangtoeslagen.
Dit verhaal is onderdeel van een lopend onderzoeksdossier.
In de hersteloperatie Toeslagenaffaire vecht de stichting (Gelijk)waardig Herstel (SGH) voor haar onafhankelijkheid. Die is voor haar essentieel: zonder die onafhankelijkheid zouden de vele duizenden gedupeerde ouders de SGH niet vertrouwen. Alleen zo kan de stichting met haar duizenden vrijwilligers ijveren voor herstel van het ongekende onrecht dat de gedupeerden is aangedaan.
De stichting is verwikkeld in een conflict met het ministerie van Financiën, dat juist meer controle wil. Maar voor de gedupeerden is het ministerie juist de instantie die hun problemen heeft veroorzaakt; dat wringt. Bovendien verloopt de hersteloperatie bij het ministerie buitengewoon traag.
Vanuit het ministerie was er veel kritiek op de ‘methode Laurentien’. Die zou te duur zijn, en de bewijsvoering zwak
De inzet is hoog en de strijd is heftig, zo blijkt sinds de lente van vorig jaar. Toen werd voor het eerst duidelijk dat er vanuit het ministerie veel kritiek was op de ‘methode Laurentien’. Die was te duur en de bewijsvoering was zwak, stelden anoniem geciteerde ambtenaren die via de pers naar buiten traden. Dat zou de Nederlandse schatkist duur komen te staan. Sindsdien ligt de stichting, en vooral haar medeoprichter prinses Laurentien, geregeld onder vuur.
Op 26 februari werd na een Woo-verzoek van verschillende media voor het eerst appverkeer over de kwestie vrijgegeven. Met name de appjes van en aan de hoogste ambtenaar op het ministerie van Financiën – secretaris-generaal Bas van den Dungen – zijn opmerkelijk. NRC stelde een maand geleden vast dat er bij het ministerie sprake was van ‘diep wantrouwen’.
De SGH liet NRC weten dat zij het betreurde dat de berichten zonder context waren vrijgegeven. Het ministerie van Financiën was niet ingegaan op verzoeken van de stichting om haar berichten en documenten gelijktijdig naar buiten te brengen. De SGH gaf een deel van die informatie ter inzage, nadat Follow the Money daarom had verzocht.
Uit een analyse van deze berichten uit de maanden april en mei 2024 blijkt dat de strijd tussen de stichting en het ministerie van Financiën nog veel feller was dan eerder naar buiten kwam. Het ministerie trok de methodiek en de onafhankelijkheid van de stichting in twijfel en daarop ging de stichting de strijd aan.
De SGH werd in de zomer van 2023 opgericht, mede door prinses Laurentien, en stelt de snelst denkbare oplossing in huis te hebben. De kern van de aanpak van de stichting is een methode die door ouders, letselschade-experts, verzekeraars, advocaten, wetenschappers en consultants is bedacht en gaandeweg is bijgeschaafd.
De ‘methode Laurentien’ voorziet erin dat erkend gedupeerde ouders de regie over hun eigen lot krijgen. Het vertrekpunt is het gesprek dat ze aangaan met neutrale vrijwilligers, die na een training uitgebreid met gedupeerde ouders praten. De ouders zijn de ‘vertellers’, de vrijwilligers de luisterende ‘schrijvers’. De vertellers bepalen het tempo, het doel is hun hele verhaal op papier te krijgen.
De verhalen gaan naar professionele schadeanalisten, die tegen een sociaal tarief hun diensten ter beschikking stellen. Zij ‘analyseren vervolgens het verhaal – inclusief ondersteunende documenten – dat door de schrijvers is opgetekend, en verifiëren het. Dan is er nog een tweede analist die naar het verhaal kijkt en tot slot volgt de kritische blik van een kwaliteitscontroleur,’ legde letselschade-advocaat Derk-Jan van der Kolk eerder aan Follow the Money uit.
‘De uiteindelijke compensatie is een optelsom van de bedragen die uit het verhaal voortvloeien. Hoe destructiever de effecten van de onterechte terugvorderingen van de Dienst Toeslagen, hoe hoger de schadevergoeding. Het hele pakket gaat vervolgens naar het ministerie en daar zetten de ouders hun handtekening onder een collectieve vaststellingsovereenkomst (vso). Dat maakt dat ouders definitief een streep onder het verhaal kunnen zetten.’
Een grote schok
Uit de correspondentie tussen de stichting en het directoraat-generaal Herstel (DGH) van het ministerie van Financiën blijkt dat er vanaf eind april 2024 grote spanningen tussen de twee ontstonden.
Dat begon vrijdagmiddag 26 april, toen Geert Beekhuis, de voorzitter van de commissie die het werk van de stichting evalueerde, het conceptrapport van 66 pagina’s aan prinses Laurentien mailde. De evaluatiecommissie had 91 dossiers van gedupeerde ouders tegen het licht gehouden. In 48 gevallen (53 procent) waren de schadestaten en de bijbehorende documentatie niet compleet, meldt het rapport. Volgens de steekproef zouden de schadeanalisten bij de meeste dossiers een onjuiste analyse hebben gemaakt.
Dit was een pilot, we rekenden op feedback. Als die niet komt, ga je ervan uit dat het goed is
Op grond van welke criteria de commissie tot die conclusies was gekomen, meldde het rapport niet. En de bevindingen controleren kon niet: de commissie had de onderliggende dataset niet meegestuurd.
‘Dit was een pilot, we zaten in de lerende modus. We rekenden op feedback om het project zo snel en zo goed mogelijk aan te pakken. Als die niet komt, ga je ervan uit dat het goed is. Dat bleek dus opeens niet het geval,’ zegt Gerd van Atten – advocaat en medeoprichter van de SGH – tegen Follow the Money.
‘Het is alsof je samen met iemand een huis bouwt en je partner houdt – zonder jou iets te zeggen – een lijst bij met alles wat niet deugt en komt daar op het laatste moment mee aanzetten. In de gehele voorgaande periode had het ministerie ons slechts op twee gevallen gewezen waar iets niet aan deugde.’
De evaluatiecommissie stelde in haar concept dat ze verwachtte dat de stichting een hoge instroom van gedupeerde ouders te verwerken zou krijgen. Dit vanwege het calculerende gedrag van de ouders.
De commissie onderbouwde dat met een verwijzing naar een publicatie uit de gedragswetenschap (zie kader). Dat wetenschappelijke perspectief zou volgens de commissie ‘op gespannen voet staan met één van de centrale punten van de benadering van SGH, namelijk dat uitgegaan wordt van vertrouwen’.
De SGH schreef het ministerie dat zij de passage over calculerende ouders ‘onjuist en schokkend suggestief’ vond
De stichting legde die stelling aan hoogleraar klinische neuropsychologie Margriet Sitskoorn voor. Zij oordeelde anders: de op vertrouwen gestoelde aanpak van de SGH stond juist niet op gespannen voet met de bevindingen uit de betreffende publicatie.
De SGH schreef het ministerie dat zij de passage ‘onjuist en schokkend suggestief’ vond. ‘Een trap in het gezicht van ouders. We zijn geen steek verder gekomen. Wellicht is een citaat uit het rapport ‘Blind voor Mens en Recht’ beter op zijn plek.’
De stichting kreeg amper tijd om inhoudelijk te reageren: twee werkdagen. Op dinsdag 30 april moest haar commentaar binnen zijn.
Prinses Laurentien stuurde Beekhuis dezelfde dag een bericht dat een ambtenaar daags erna met secretaris-generaal Bas van den Dungen deelde: ‘Het zal je niet verbazen dat jullie met dit concept[rapport] het risico lopen het proces volledig te laten ontsporen. Het is nu niet meer realistisch dat het tijdpad van de evaluatie gehaald kan worden.’
Ze vervolgde: ‘Graag ontvangen we zondag a.s. de brondata van de steekproef en alle genoemde voorbeelden zodat daar wederhoor op kan plaatsvinden. Wel erg bijzonder dat dit onderwerp niet zo ter sprake is gekomen in de dialoog. Dat is veelzeggend. lk zie het somber in. In de afgelopen 2 jaar is de verbinding niet zo broos geweest. Ik houd mijn hart vast.’
‘Ik ga zorgen dat jullie de brondata zsm krijgen; ik denk niet dat zondag lukt, dus dan moeten we de dinsdag deadline opschuiven zodat jullie voldoende tijd hebben,’ schreef Beekhuis terug. ‘En als daar fouten in zitten of onze interpretatie niet goed is, dan nemen we dat zeker mee. Het doel is juist om samen te verbeteren om jullie aanpak uit te breiden.’
De SGH maakt er een punt van om zoveel mogelijk met de buitenwereld te delen, getuige het uitgebreide ‘Eerste verslag’ dat de stichting begin maart 2024 publiceerde en de wekelijkse updates in de leermonitor.
De evaluatie van de Commissie Werkelijke Schade (CWS) – een van de twee andere ‘routes’ waarlangs gedupeerden om schadeherstel kunnen vragen – werd eerder die maand gepubliceerd. ‘Er moet een herstart worden gemaakt, om oude patronen en cultuur binnen de CWS te doorbreken,’ luidde een conclusie van de samenvatting die op 2 april 2024 met de Tweede Kamer werd gedeeld. Om grotere aantallen dossiers van gedupeerde ouders te kunnen verwerken, moet CWS ‘een productieorganisatie met hoogwaardige professionals’ worden. ‘Eén ding is volstrekt duidelijk: doorgaan op de huidige weg is geen optie.’
Het onderliggende rapport, dat door adviesbureau Berenschot was opgesteld, was niet openbaar gemaakt en de SGH wilde het graag inzien, maar kreeg nul op het rekest.
De stichting kon het vertrouwelijke rapport pas eind vorig jaar lezen, nadat het via een beroep op de Woo openbaar werd. ‘Vertrouwelijk rapport toont chaos en cynisme bij overheidscommissie voor compensatie toeslagenaffaire’, was de kop van het artikel dat Follow the Money erover publiceerde.
‘Misleidende voorstelling van zaken’
De evaluatiecommissie was volgens Van den Dungen ‘onafhankelijk gepositioneerd’, maar bestond geheel uit ambtenaren van het ministerie. Enkele commissieleden waren zelfs betrokken geweest bij de opbouw van de herstelorganisatie.
Een cruciaal punt was dat het de commissie vrijwel ontbrak aan kennis van de methode die de SGH hanteert. Die wordt alom door letselschade-experts gebruikt, en neemt de levens van benadeelden voor, tijdens en na de invorderingen in ogenschouw. Het draait bij die methode om de aannemelijkheid van de schade, terwijl een belastinginspecteur bij elke schadepost bewijs wil zien: bonnetjes.
‘Het conceptverslag lijkt de intenties en het vakmanschap van SGH in twijfel te willen trekken’
Op 3 mei stuurde Van Atten de evaluatiecommissie de eerste reactie van de SGH op het conceptrapport. ‘…het verslag is op zoveel onderdelen feitelijk onjuist, onvolledig en suggestief, dat het misleidend is. Het lijkt een bewuste keuze om de intenties en het vakmanschap van SGH in twijfel te trekken.’ Het conceptverslag liet, zo schreef hij, ‘mens en recht buiten beschouwing’.
De commissie gaf volgens Van Atten ‘bewust een misleidende voorstelling van zaken [..] over het proces van de schadeanalyse dat de stichting uitvoert.’ Wat betreft de laat aangeleverde brondata stelde hij dat de analyse van de commissie ‘ontluisterend’ was.
Zijn conclusie: de evaluatie was ‘onderdeel van een patroon van de afgelopen maanden waarbij stelselmatig is getracht in te grijpen op het neutrale en onafhankelijke proces van SGH’. De aanbevelingen zouden er volgens hem toe leiden dat het ministerie in de positie komt om ‘zelf de regie over de uitkomsten van de schadeafwikkeling terug te krijgen’.
De rechtsstaat
Op Van Attens brief volgde geen reactie, maar uit appjes blijkt dat die op het ministerie niet goed viel. Een ambtenaar typeerde de toon ervan als ‘geharnast’ en vreesde dat prinses Laurentien zich tegenover Van den Dungen even hard zou opstellen. ‘Ik ga niet reageren op hun inhoudelijke oordeel over de evaluatie anders dan dat ik vind dat de toon geen recht doet aan het werk van mijn mensen,’ appte Van den Dungen daarop.
Op 5 mei stuurde de SHG een uitgebreide reactie op het conceptrapport: 46 pagina’s, aangevuld met een Excel-sheet met commentaar op de bevindingen over de data.
‘De hoeveelheid en diversiteit van feitelijke onjuistheden, omissies en suggestieve formuleringen heeft SGH overvallen,’ schreef de stichting. ‘De ongelijkwaardige, stellige en inhoudelijke analyse komt over als het in twijfel trekken van de integriteit en competentie van een team dat professioneel en gemotiveerd werkt om het door de overheid gecreëerde probleem te helpen oplossen.’
Eindrapport: conclusies onveranderd
Op zondagavond 12 mei leverde Beekhuis zijn eindrapport aan, plus een uitgebreid document waarin de commissie op het commentaar van de stichting reageerde.
‘We herkennen uw beeld van “misleidend” uitdrukkelijk niet. Wij streven ernaar om een feitelijk juist rapport op te leveren, en daarom waarderen wij uw inhoudelijke reacties. We hebben deze naar hun feitelijke aard beoordeeld. Zo kunnen we uw perspectief nog beter meenemen in het rapport.
Wij werpen uw suggestie dat het een bewuste keuze lijkt te zijn om de intenties, het vakmanschap en integriteit van SGH in twijfel te trekken, verre van ons. Wij kijken met een open blik naar de inhoud, we luisteren oprecht naar het perspectief van u, DGH en andere partijen, en trekken onze conclusies.’
‘Nogmaals dank voor jullie inhoudelijke reacties. Het evaluatieteam heeft hard gewerkt om de reacties te bestuderen, te verwerken en van een wederreactie te voorzien,’ schreef Beekhuis in de begeleidende mail.
Op het eindrapport kon SGH niet meer reageren. De gewraakte wetenschappelijke passage was verwijderd en de evaluatiecommissie had een groot aantal opmerkingen ter harte genomen. Maar enkele fundamentele verschillen van inzicht bleven ongewijzigd, net als de lijst van bevindingen. De conclusies van het rapport – dat het ministerie dezelfde avond al publiceerde – waren onveranderd: de stichting moest zorgen dat de uitkomsten beter uitlegbaar en navolgbaar zouden worden. Oftewel: de gedupeerde ouders moesten meer bewijzen aanleveren om hun schade te onderbouwen.
Dat stond diametraal op de aanpak van de stichting.
Ambtenaar lekt naar de NOS
De onderhandelingen over een nieuwe dienstverleningsovereenkomst (dvo) tussen Financiën en de SGH zouden kort daarna beginnen, maar op 13 mei kreeg de stichting een nieuwe klap.
Journalisten van de NOS hadden de nota met het ‘financiële plaatje’ van de opschaling van de hersteloperatie in handen gekregen. ‘Herstel toeslagenaffaire dreigt ongekende strop te worden: nog 5 miljard extra’, kopte de NOS. Dat nieuws kwam terwijl in Den Haag de formatiegesprekken voor een nieuw kabinet in een beslissende fase waren beland.
De reacties in de appjes van en aan Van den Dungen geven een aardig beeld hoe het ministerie omsprong met het lek binnen de organisatie.
Een ambtenaar die inmiddels contact had gehad met iemand van de SGH, appte Van den Dungen: ‘Hij noemde het erg kwalijk en lelijk dat dit kan gebeuren, en gaf ook letterlijk aan dat “als dit een poging is om de boel te laten klappen, je daar goed in slaagt.”’
En: ‘Laurentien wordt nu veel schade aangedaan volgens hen, en ze beraden zich erop hoe daar het beste mee om te gaan, zonder het te groot te maken. Ik heb hem er stevig op gewezen dat wij echt op de hoogte willen blijven en er vanuit dezelfde openheid en transparantie aan hechten om vooraf te worden geïnformeerd als zoiets zou spelen.’
Voor Van den Dungen was het lek geen reden om zelf even de telefoon te pakken: ‘Wellicht in contact ook duidelijk maken dat wij hier de zaak helemaal niet willen laten klappen en hier ook geen hand in hebben. We staan voor onze inzet.’
Die avond kwam Nieuwsuur met een uitgebreid item waarin een ambtenaar van de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) – voorzien van een pruik en een stemvervormer – werd geïnterviewd. ‘Juist omdat je bij de stichting geen hard bewijs hoeft aan te leveren, houden ze bij de Belastingdienst hun hart vast,’ zei de ambtenaar.
‘Met het mes op de keel’
Later die week namen de stichting en een team van het ministerie aan de onderhandelingstafel plaats. De ambtenaren gingen er ‘hard in’ en meldden dat ‘bepaalde punten niet bespreekbaar zijn, maar een vereiste om door te gaan,’ zo blijkt uit een e-mail. De belangrijkste punten: een ‘controleprotocol’ en de eis voor meer ‘ondersteunende documenten’. Kortom: Financiën wilde alsnog bonnetjes zien.
Volgens het ministerie was na de evaluatie duidelijk dat voor een ‘eventuele vervolgfase’ van de SGH-route andere afspraken nodig waren. De pilot was afgerond en Van den Dungen maakte in een telefoongesprek met prinses Laurentien duidelijk dat de stichting geen verdere stappen mocht zetten. ‘De Staat zal geen VSO’s meer sluiten,’ herhaalde hij per e-mail. De SGH moest ook het doorrekenen van de feitenrelazen staken.
De stichting moest de ouders vertellen dat hun zaak voorlopig niet kon worden afgesloten. Er waren toen bijna duizend lopende zaken
Daarmee kwam het hele project feitelijk stil te liggen.
De stichting zou de ouders (de vertellers) die toen in gesprek waren met de luisterend schrijvers derhalve moeten vertellen dat hun zaak voorlopig niet kon worden afgesloten. Wanneer (en of) dat überhaupt zou gebeuren, hing af van de nieuw af te sluiten dienstverleningsovereenkomst tussen het ministerie en de stichting. Er waren toen bijna duizend lopende zaken. Dat deze gedupeerden nu opnieuw moesten wachten, vond de stichting onverteerbaar.
Prinses Laurentien antwoordde Van den Dungen dat ze zijn bericht aan de juristen van de SGH had doorgestuurd. Voor Van Atten was het besluit om geen vaststellingsovereenkomsten meer te tekenen, reden om van de onderhandelingstafel weg te lopen. ‘Ik had geen trek om met het mes op de keel te onderhandelen,’ zegt hij. ‘Ik vond het principieel onjuist om de lopende gesprekken met gedupeerde ouders af te breken.’
Een door de SGH ingeschakelde advocaat stelde dat het besluit juridisch geen hout sneed. Het ministerie zou ‘niet gerechtigd’ zijn om de overeenkomst die het met de stichting had gesloten, eenzijdig te beëindigen.
‘Er staan mensenlevens op het spel’
Er is sprake van een ‘fundamenteel verschil van inzicht’, mailde Van Atten eind mei aan Van den Dungen. De staat was volgens hem ‘hoe dan ook verplicht’ om de ouders die inmiddels al aan een luisterend schrijver gekoppeld waren, het proces te laten doorlopen. Hij lichtte toe waarom de stichting daar zo zwaar aan tilde:
‘Er is namelijk een ander perspectief waar ik voor heb op te komen vanuit de Stichting, en dat is het perspectief van de ouders die op dit moment het proces doorlopen [..] die hun ziel en zaligheid hebben laten optekenen door een Luisterend Schrijver of daarmee bezig zijn,’ schreef hij. ‘Mensen van vlees en bloed die nog één keer, tegen beter weten in en uit hun tenen, het vertrouwen in een ander hebben gesteld en hopen dat ook zij, net als die inmiddels meer dan 200 andere ouders, kunnen komen tot een VSO en verder kunnen met hun leven.’
‘Wij kunnen hen niet mededelen: “Sorry, we moeten even stoppen, maar we weten niet wanneer en of het nog doorgaat.” Daarmee verliezen de ouders het vertrouwen in de Stichting.’
Hij illustreerde dat met een dramatische anekdote. ‘Afgelopen week hebben we vanwege het bijzondere lek vanuit jouw organisatie naar de NOS een suïcide-interventie moeten laten uitvoeren. Met politie en al. Dat is de werkelijkheid waarin wij opereren, en waar de mensen van de Stichting ook verantwoordelijkheid voor voelen en dragen. Er staan mensenlevens op het spel.’
Van Atten memoreerde dat als er de komende weken een nieuwe dienstverleningsovereenkomst kon worden gesloten, het niet tot een gerechtelijke procedure hoefde te komen. ‘Ik zal morgen met jouw team het gesprek weer oppakken,’ schreef hij tot besluit.
Van den Dungen was kraakhelder: de pilot is gestopt en het ministerie zal geen vso’s meer tekenen
Een ambtenaar die deze e-mail zag, typeerde Van Attens reactie in een appje als een ‘intimidatiestrategie’. Anders had de advocaat van de stichting wel van zich laten horen.
Dat gebeurde kort daarna alsnog. Gedupeerde ouders die al aan een vrijwilliger van de stichting waren gekoppeld, hebben volgens de stichting het recht om het traject te kunnen afmaken. Als er op 10 juni geen nieuwe overeenkomst met de stichting zou liggen en de ondertekening van de vso’s nog niet is hervat, zou de SGH een rechtszaak tegen het ministerie beginnen.
Vrijwel tegelijkertijd stuurde topambtenaar Van den Dungen een e-mail aan Van Atten. Zijn bericht was kraakhelder: de pilot is gestopt en het ministerie zal geen vso’s meer tekenen. De stichting moest de ouders ‘passend’ informeren. Zou de SGH dat weigeren, dan ‘zien wij ons genoodzaakt zelf duidelijkheid te verschaffen,’ schreef Van den Dungen. Hij doelde op een brief die de staatssecretaris naar de Tweede Kamer zou sturen.
De SGH wist dat ze dit moest slikken. ‘We hadden te horen gekregen dat het ministerie een gang naar de rechter niet zou accepteren,’ zegt Van Atten nu. ‘We hadden dan maximaal kunnen afdwingen dat ongeveer 940 ouders de pilot konden afmaken, maar dan hadden we 20 duizend ouders in de kou moeten laten staan. Dat was ondenkbaar.’
Prinses Laurentien richtte zich dezelfde avond in een videoboodschap tot de gedupeerde ouders.
Via een appje bracht ze Van den Dungen op de hoogte: ‘Dag Bas, ter info, video boodschap gemaakt richting ouders om pijn zo mogelijk te verzachten en waar mogelijk rust te bewaren en bij elkaar te houden.’
De dag erop deelde staatssecretaris Aukje de Vries een brief met de Tweede Kamer, Ze meldde daarin dat de pilot met SGH was beëindigd en er nieuwe afspraken met de stichting moesten worden gemaakt. Als reden gaf ze op dat ‘de individuele uitkomsten van de route uitlegbaar en navolgbaar’ moeten zijn.
Van Atten en een aantal medewerkers van de stichting vingen die dag de telefoontjes op van de ouders die al in het SGH-traject zaten. ‘Een van de ergste dagen uit mijn leven,’ zegt hij. ‘Ik heb wanhopige mensen huilend aan de telefoon gehad: “Ik had mijn kinderen beloofd dat het over was.”’
Noodklok
Op 16 juli 2024 tekenden het ministerie en de SGH de nieuwe dienstverleningsovereenkomst met daarin de door het ministerie gewenste controlemechanismen. Die vergden aanpassingen in de organisatie van de SGH: die moest opschalen en meer vrijwilligers en schade-experts werven.
Het proces kon door, maar dat ging moeizaam. Weer meende het ministerie dat de onderbouwing met bonnen en documenten onvoldoende was. Drie maanden na ondertekening van de tweede dienstverleningsovereenkomst was er nog geen enkele nieuwe vso getekend.
De stichting deelde op 16 oktober een document binnen de kring van stakeholders: ‘Succesblokkades onafhankelijke herstelaanpak: Stichting (Gelijk)waardig Herstel luidt de noodklok’. Het document beschreef elf blokkades. ‘SGH vreest voor de onuitvoerbaarheid van de SGH-aanpak, die juist bedoeld was voor versnelling, emotioneel herstel en gericht op oudertevredenheid.’
Pas in de week van 11 november werden de eerste vso’s weer getekend. Door de vertragingen zag toenmalig staatssecretaris Nora Achahbar (NSC) zich eind vorig jaar geroepen om een spoedadviescommissie samen te stellen, waar Kamerlid Chris van Dam (CDA) de leiding over kreeg. Op 23 januari publiceerde de commissie-Van Dam het rapport ‘Minder beloven, meer doen’.
‘We willen wel volstrekt helder zijn. Zoals het nu gaat, is het echt niet goed genoeg. Een aanzienlijk deel van de mensen wordt niet goed geholpen. Op deze manier gaat het nog vele jaren duren,’ schreef de commissie. ‘De hersteloperatie voldoet bovendien niet aan wat in een rechtsstaat wél verwacht mag worden.’
‘Stevig ingrijpen’ achtte de commissie noodzakelijk.
We willen dat het ministerie van Financiën in dit proces een terugtrekkende beweging maakt. Zij is ook partij.
Een van de elementaire problemen die de commissie signaleerde was dat ‘ruimhartigheid’ niet in het dna van de betrokken overheidsorganisaties zit. ‘Ouders hebben te maken met een overheid die hen steeds om bonnetjes vraagt en hen niet lijkt te vertrouwen.’
Daaruit volgde de belangrijkste aanbeveling: ‘We willen dat het ministerie van Financiën in dit proces een terugtrekkende beweging maakt. Zij is ook partij.’ Wanneer ouders behoefte hebben aan emotioneel herstel en hulp nodig hebben bij het bepalen van de schade, moest die taak volgens de commissie ‘volledig’ bij de SGH worden neergelegd. ‘Dit is een bewezen en goed werkende methodiek.’
Inmiddels functioneert de SGH – vanwege alle aanvullende eisen van het ministerie – niet zoals ze vorig jaar deed. Nu tekenen wekelijks ongeveer 20 gedupeerde ouders een vso, laat de stichting aan Follow the Money weten. Eind april 2024 waren dat er nog 50 per week. Dat gebeurde toen bovendien met de helft van het aantal vrijwilligers dat nu voor de stichting actief is. Het goede nieuws voor de schatkist is dat het gemiddelde uitgekeerde schadebedrag ‘ruim binnen budget’ ligt, laat de SGH weten, ruim onder de 88 duizend euro die het ministerie als budget hanteert*.
‘Kolossaal governance-vraagstuk’
Eerder deze maand, op 14 maart, reageerde staatssecretaris Sandra Palmen (NSC) op het rapport van de commissie-Van Dam. De belangrijkste aanbeveling – dat het ministerie van Financiën afstand neemt – legt ze naast zich neer. Het ministerie houdt de regie en wil die rol zelfs verstevigen.
Het kabinet accepteert het advies om de schadecompensatie vooral via de SGH-route te laten lopen, maar vindt het ook ‘noodzakelijk de governance van SGH te versterken’.
‘Weer wordt ons van alles verweten terwijl er eerder gezamenlijke afspraken over zijn gemaakt’
‘Dat is nu het nieuwe heikele onderwerp,’ zegt Van Atten. ‘Over de governance hebben we een door het advocatenkantoor NautaDutilh opgestelde notitie ontvangen, waar de honden geen brood van lusten. Opnieuw wordt de druk opgevoerd. Weer wordt ons van alles verweten terwijl er eerder gezamenlijke afspraken over zijn gemaakt.’
Dinsdag bleek uit een artikel in De Telegraaf dat het daarbij vooral om de statutaire rollen van prinses Laurentien en Van Atten gaat. Het duo zou volgens de statuten te veel invloed binnen de SGH kunnen uitoefenen,en de checks & balances zouden tekortschieten, waardoor ‘integriteitsrisico’s’ kunnen ontstaan, evenals ‘risico’s van belangenverstrengeling’.
Van Atten werd dit keer niet verrast door de publicatie: hij werkte eraan mee. Hij zag zich daartoe gedwongen, gezien NautaDutilhs notitie.
‘Onze advocaat stelt dat er geen probleem is en dat we aan de wettelijke eisen voldoen. Het cynische is dat het ministerie eerder akkoord is gegaan met onze governance, maar zelf een kolossaal governance-vraagstuk vormt: Financiën is de partij die de onrechtmatige daad heeft verricht, en voert de regie over het schadeherstel. Juist daarom zit de SGH er als onafhankelijke partij tussen, dat is waarom gedupeerde ouders ons kunnen vertrouwen en dat is de reden voor ons bestaan.’
‘Het ministerie is partij in dit afschuwelijke drama. Daarom adviseerde de commissie-Van Dam dat het ministerie een terugtrekkende beweging moest maken. Maar nu gebeurt het tegendeel.’
Op de vraag of SGH mediation heeft overwogen, antwoordt Van Atten bevestigend. ‘Met name in het onderhandelingsproces over de dienstverleningsoverenkomst. Maar dat werd door het ministerie geweigerd.’
Reactie van het ministerie van Financiën
De woordvoerder van het ministerie laat het volgende weten:
‘SGH is een belangrijke partner in de hersteloperatie. Het kabinet heeft veel waardering voor het werk van de stichting en de inzet van alle betrokkenen. Het kabinet is ook van mening dat de luistermethode van SGH van grote waarde kan zijn voor veel gedupeerde ouders. Daarom wil het kabinet volop blijven inzetten op deze methode.
In lijn met de aanbevelingen van de Commissie Van Dam zijn wij hierover in gesprek met SGH. Daarbij gaat het onder meer over de opschaling en governance van de stichting. Juist omdat de SGH zo’n belangrijke en waardevolle rol speelt bij de afhandeling van aanvullende schades is het van belang dat de governance voldoet aan de juridische vereisten.
Dit staat los van de grote waardering die het kabinet heeft voor de inzet van alle betrokkenen bij de SGH.
Wij vinden het belangrijk om dit gesprek samen aan tafel te voeren aan tafel en niet via de media.
Ons gezamenlijke doel moet zijn om van de SGH-route een succes te maken en gedupeerde gezinnen samen zo snel en zo goed mogelijk te helpen.’
Gerelateerde artikelen


