‘L10 blijft bellen’, klaagde een ambtenaar over Laurentien. ‘Dit is echt heel onveilig voor iedereen’
Het was sinds de beschuldigingen tegen ex-Kamervoorzitter Khadija Arib natuurlijk al bekend dat helaas niet alle Nederlandse ambtenaren ter verdediging kunnen worden ingezet als de Russen hier ooit een grondoffensief beginnen. Negen van de tien ambtenaren die door Arib ‘rechtstreeks en soms met stemverheffing’ waren aangesproken, hadden daar immers ‘emotioneel onder geleden’, omdat het zo grensoverschrijdend was.
Woensdag kregen we dankzij een beroep op de Wet open overheid een nieuw inkijkje in de soms tere zielenroerselen van onze Haagse ambtenarij. Zo konden we lezen hoe ontstemd sommige medewerkers van het ministerie van Financiën waren toen prinses Laurentien, of ‘L10’ zoals die efficiënte rakkers haar intern noemden, probeerde wat extra vaart te zetten achter de herstelbetalingen voor slachtoffers van de toeslagenaffaire.
Over de auteur
Jarl van der Ploeg is journalist en columnist voor de Volkskrant. Hij werkte eerder als correspondent in Italië. Columnisten hebben de vrijheid hun mening te geven en hoeven zich niet te houden aan de journalistieke regels voor objectiviteit. Lees hier onze richtlijnen.
Omdat de ministeriële pogingen die slachtoffers te compenseren op dat moment werkelijk belabberd verliepen – volgens de Rotterdamse Ombudsvrouw is er na het toeslagenschandaal inmiddels sprake van een heus ‘herstelschandaal’ – probeerde Laurentien via haar Stichting Gelijkwaardig Herstel op basis van vertrouwen te werken: als jij door ons bent gedupeerd, hoef je dat niet eerst tot op de komma te bewijzen via allerlei bonnetjes, maar geloven we je gewoon.
Dat was echter buiten een aantal ambtenaren gerekend die zoiets banaals als ‘een gevoel van onrecht’ niet genoeg vonden voor een toekenning van schade. Nee, zij eisten keiharde financiële documentatie, want het volk bestaat nu eenmaal uit oplichters. ‘L10 blijft bellen…’, beklaagde een van hen zich intern toen Laurentien vervolgens om opheldering vroeg. ‘Dit is echt heel onveilig voor iedereen.’
Zelf behoor ik tot de categorie mensen die bij het lezen van dergelijke uitspraken meteen een legertje morsige ambtenaren in confectiepak van de C&A voor zich ziet die na een jarenlange carrière bij Financiën zo muurvast zitten in het eigen gelijk dat ze, om met dichter Ester Naomi Perquin te spreken, lijken te lijden aan rigor mortis van de geest.
Zorgvuldigheid is heus goed, maar als je de vastgelopen levens van toeslagenslachtoffers daadwerkelijk op gang wil brengen, helpt het simpelweg niet je bevindingen over de klantreis van de gedupeerden eerst tegen drie verschillende gremia aan te houden, de feedback vervolgens via een scrumsessie terug te koppelen aan de stand-up, waarna je een bilaatje inplant om de uitrol wat projectmatiger aan te vliegen en zodoende via de interne dialoog wat kwaliteitsstappen te zetten.
Uiteraard heeft ieder verhaal twee kanten en is de kans aanzienlijk dat ook prinses Laurentien soms een tang van een mens is die, zodra ze haar zin niet krijgt, ongebreideld toegeeft aan de grillen van haar temperament. Ze is immers een prinses en koningshuizen danken hun bestaansrecht nota bene aan grensoverschrijdend gedrag, sla uw atlas er maar op na.
Zo is het bijzonder kinderachtig dat L10 haar eigen medewerkers adviseerde vooral ’s nachts te mailen over de kwestie, omdat ‘de mensen bij de overheid om 5 uur hun computer afsluiten en als je dan ’s nachts een mailtje stuurt, zijn ze de volgende ochtend helemaal overrompeld’. Ik ken namelijk best wat ambtenaren die harder voor hun geld werken dan de gemiddelde prinses.
En toch. Als jij voor het ministerie van Financiën werkt, je beroepsmatig hebt verdiept in de lotgevallen van die vele duizenden toeslagenslachtoffers die al jarenlang dwalen door een labyrint van ambtelijk falen, maar desondanks oprecht gelooft dat jij het daadwerkelijke slachtoffer bent in dit hele gebeuren, dan moet je misschien toch eens ander werk overwegen.