Toeslagenaffaire

Kummelings kompas

Kummelings kompas

Als iemand over een scherp rechtsstatelijk kompas beschikt dan moet het wel Henk Kummeling zijn, rector magnificus van de Universiteit Utrecht. Hij was immers voorzitter van de Staatscommissie rechtsstaat (2022-2024).

Ton Derksen leert dat je in een tunnelvisie kunt worden gezogen wanneer je opvattingen, die aansluiten bij je vertrouwde wereldbeeld, zo maar voor waar aanneemt. Zou er zelfs aan het kompas van Kummeling iets kunnen schorten?

Kummeling vertelt in juni van dit jaar aan de Tweede Kamercommissie voor Binnenlandse Zaken dat er in kinderopvangtoeslagen ‘veel meer ruimte was om bij de toepassing van de wet ruimte te zoeken’. Dat slaat, zegt hij, op de rechter, maar zeker ook op de ambtenaren die uitvoering hebben gegeven aan die wet.

Met ‘de ruimte’ doelt hij op de mogelijkheden die de Wet kinderopvang aan de Belastingdienst en aan de rechter bood om de menselijke maat toe te passen, om rechtvaardige beslissingen te nemen in individuele gevallen.

Kummeling zegt dat in reactie op een opmerking van Kamerlid Sandra Palmen die nog eens benadrukte dat de ‘alles-of-niets’-uitleg van de Raad van State nooit in de wet heeft gestaan. Dat is de waarheid.

De Wet kinderopvang bood niet, zo verdraait Kummeling de waarheid, ‘veel meer ruimte om de menselijke maat te zoeken’. Nee, de wet bood ‘geen ruimte om die menselijke maat niet te vinden’. Juist de menselijke maat is door de Raad van State jarenlang genegeerd.

Kummeling heeft gelijk dat de ambtenaren op dat punt in gebreke bleven, maar hij verzuimt het eerlijke verhaal te vertellen. Eind 2012 was de ambtelijke top al van oordeel dat terugvordering van volledige kinderopvangtoeslag ‘disproportioneel’ was en dat dit tot een ‘bloedbad’ kon leiden. Toenmalig staatssecretaris Weekers gaf daarop diens goedkeuring aan een ambtelijk voorstel om de vordering op de ouders te beperken tot maximaal de eigen bijdrage. De ambtelijke top kwam daarop terug na een nieuwe uitspraak van de Raad van State: wie in aanvang geen volledige eigen bijdrage had betaald, heeft geen recht op de toeslag.

De Raad van State was hier dus wel degelijk ‘de grote boosdoener’. Als er goede redenen zijn om energie te steken in de versterking van het rechtsstatelijk kompas bij ambtenaren dan geldt dit temeer voor de staatsraden (rechters) bij de Raad van State.

Maar lees dan: ‘De staatscommissie heeft in haar onderzoek niets gezien van een cultuur binnen de rechtsprekende macht waarin de rechtsstatelijkheid niet hoog in het vaandel staat.’ (‘De gebroken belofte van de rechtsstaat’, het rapport van de Staatscommissie Rechtsstaat.)

Dat er zelfs aan het rechtsstatelijk kompas van de voorzitter van de Staatscommissie Rechtsstaat wel het een en ander schort lijkt een understatement.

Aan de rechtsstaat bewees Kummeling, op de keper beschouwd, slechts lippendiensten. Mooi geformuleerd, dat was zijn commissie wel toevertrouwd, maar de kwetsbare burger die wanhopig zijn recht zoekt schiet er niets mee op.