NIEUWS
Voorzitter commissie toeslagenouders al na acht maanden weggestuurd om trage afhandeling
Het lukt de overheid maar niet om vaart te brengen in de commissie die de schade van de zwaarst gedupeerde toeslagenouders moet bepalen. De voorzitter die begin dit jaar was aangesteld om orde op zaken te stellen, moet alweer vertrekken.
De Commissie Werkelijke Schade heeft van 380 van de 1.900 aangemelde ouders de aanvullende schade bepaald die zij hebben geleden door de toeslagenaffaire, door bijvoorbeeld het verlies van hun baan of huis. Gemiddeld worden vier zaken per week afgerond. Al snel na de instelling van de commissie, zo’n twee jaar geleden, werd duidelijk dat het met een dergelijk laag tempo nog jaren duurt voor alle ouders zijn gecompenseerd.
Dit jaar gaat het nog langzamer dan vorig jaar, terwijl het aantal aanmeldingen alleen maar toeneemt, schreef staatssecretaris Aukje de Vries donderdag aan de Tweede Kamer. Daarbij gaat ongeveer de helft van de ouders nog in beroep tegen het advies van de commissie.
OVER DE AUTEUR
Charlotte Huisman is verslaggever van de Volkskrant en schrijft onder meer over jeugdzorg en de nasleep van de toeslagenaffaire
In januari stelde de overheid een nieuwe voorzitter aan met de opdracht de commissie nieuw leven in te blazen. Maar het lukte haar niet om de afhandeling te versnellen. Bovendien bleven veel toeslagenouders zich slecht behandeld voelen. Knelpunt is dat de commissie verwacht dat ouders een direct causaal verband aantonen tussen bijvoorbeeld het verliezen van hun baan en de toeslagenaffaire. Terwijl in de praktijk blijkt dat dat jaren na dato nauwelijks nog te bewijzen is.
Nieuwe voorzitter, nieuwe commissie
Vanwege haar onvrede over de voortgang heeft de staatssecretaris besloten om op korte termijn een nieuwe voorzitter aan te stellen. Die moet een nieuwe commissie samenstellen met maximaal vijf leden die wél meer vaart kan maken. Ook is het de bedoeling dat de nieuwe commissie de ouders beter betrekt bij het proces, waardoor zij minder vaak in beroep gaan tegen het advies.
In 2020 is de overheid begonnen met het herstellen van de schade bij ouders die ten onrechte zijn beschuldigd van fraude en van wie de Belastingdienst vervolgens alle ontvangen kinderopvangtoeslag terugvorderde. Als de overheid na een eerste lichte toets een ouder erkent als een toeslagengedupeerde, ontvangt die 30 duizend euro. Inmiddels hebben 27 duizend ouders dit bedrag ontvangen.
Daarna volgt een zogenoemde integrale beoordeling: per ouder bepaalt de overheid hoeveel kinderopvangtoeslag ten onrechte is teruggevorderd. Ook ouders die niet door de lichte toets zijn gekomen, kunnen zich hiervoor aanmelden. Van nog niet de helft van de ruim 60 duizend ouders die zich in totaal hebben aangemeld als gedupeerde, is de integrale beoordeling afgerond.
Daarna kunnen ouders die denken dat zij meer schade hebben geleden zich nog melden bij de Commissie Werkelijke Schade. Nog geen 10 procent van de gedupeerde ouders heeft dat tot nog toe gedaan, maar daar zijn de achterstanden het grootst.
Collectieve vaststellingsovereenkomst
Om het proces van de afwikkeling van die aanvullende schade te versnellen, kondigde het kabinet voor de zomer al aan dat het daarvoor een alternatieve aanpak gaat onderzoeken, naast de Commissie Werkelijke Schade. Binnenkort begint de overheid hiertoe met een proef met de zogenoemde collectieve vaststellingsovereenkomst, naar een model dat is ontwikkeld door een aantal toeslagengedupeerden in samenwerking met prinses Laurentien en een aantal verzekeraars.
Hierbij vullen ouders eerst een uitgebreide vragenlijst in. Voor zaken die hun zijn overkomen (zoals het verlies van een baan) zijn normbedragen vastgesteld. Zo wordt aan de hand van het verhaal van een ouder een schadebedrag bepaald. Als de ouder daarmee akkoord gaat, kan er een vaststellingsovereenkomst worden getekend. Voordeel voor de ouders is behalve de snelheid ook dat zij minder bewijzen van causaliteit hoeven aan te dragen.