
Renskes roots liggen in Haarlem. Haar ouders zijn maatschappelijk werkers, die wonen en werken combineren. Een paar jaar woont het gezin Leijten in een gezinshuis, waar ze pubers opvangen, die niet meer thuis kunnen wonen. Moeder Tineke: “Ze was heel erg onder de indruk van een van d’r broertjes. Dat was een jongetje uit Suriname en die had daar z’n arm verloren. Terwijl dat helemaal niet nodig was geweest, maar de gezondheidszorg was daar niet adequaat genoeg. Dat soort dingen hielden Renske enorm bezig.”
Een andere belangrijke inspiratiebron is haar katholieke opvoeding. In Renskes vormselboekje van juni ’92 staat een geloofsbelijdenis, die haar nog steeds typeert: “Ik zal niet geloven in het recht van de sterkste, in de taal van de wapens, in de macht van de machtigen. Ik zal niet geloven in ras of rijkdom, in voorrecht, in de gevestigde orde.”
In haar Groningse studententijd wordt Renske politiek actief in ROOD, de jongerenorganisatie van de SP. Studeren, actievoeren, werken in het postsorteercentrum én lekker de kroeg in; aan energie en ambitie heeft Renske geen gebrek. Jan Marijnissen haalt haar naar Den Haag, waar ze als fractiemedewerker aan de slag gaat. Na de monsterzege van de SP in 2006 krijgt ze een zetel in de Tweede Kamer, waar ze zich vastbijt in lastige zorgdossiers.
Voor betrokkenheid en passie geeft parlementair journalist Kees Boonman haar een 10: “Ze is écht betrokken en kent échte mensen, op een manier zoals je dat bij weinig politici in Den Haag meer vindt.” Maar dat heeft ook een keerzijde, want de Haagse slangenkuil breekt haar op. Vlak voor de verkiezingen van 2017 overweegt ze om op te stappen, weg uit Den Haag, maar als ze de gedupeerden van de toeslagenaffaire spreekt is het voor haar duidelijk dat ze moet blijven. Pieter Omtzigt: “De gesprekken die zij had, dat was heel zwaar, met ouders die totaal wanhopig waren. En intussen zette de regering haar weg als de felle Renske uit de oppositie die altijd ergens iets achter zoekt.”
Gedupeerde Maria Sanchez kan haar dag en nacht appen, maar ze heeft advies voor Renske: “Zorg voor jezelf, anders zijn wij reddeloos verloren.”
De Toeslagenaffaire heeft Renske Leijten als politicus op de kaart gezet. Ze oogst nu de lof voor jaren van tomeloze inzet. Hoe zal haar toekomst er uit zien? Zal ze Den Haag achter zich laten en kiezen voor een functie waar zij kan bepalen wat er gebeurt of blijft ze in de oppositie om de huidige regering het vuur aan de schenen te leggen?
Vandaag aan het woord in onze serie interviews met interessante en inspirerende mensen: Renske Leijten. Ze groeide op in Haarlem en behaalde na het vwo de propedeuse Politicologie aan de Uva. Ze besloot echter een andere weg in te slaan en rondde vervolgens de bachelor Nederlandse Taal en Cultuur aan de RuG af.
Tijdens haar studententijd werd Leijten actief bij de SP-jongerenorganisatie ROOD. Van 2005 tot 2007 was ze voorzitter van die organisatie. Ook was ze vanaf 2005 lid van het dagelijks bestuur van de SP. Eind november 2006 werd ze namens de SP officieel lid van de Tweede Kamer. Aan het begin van haar tijd als Kamerlid was ze verantwoordelijk voor jongerenzaken en gezondheidszorg. Vanaf de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 was ze namens de SP-fractie woordvoerster Financiën, EU en Europa.
Leijten bracht samen met Pieter Omtzigt de toeslagenaffaire aan het licht. Ze kreeg daarvoor de publieksprijs Politieke Prestatie van 2019 uitgereikt. Vorig jaar was ze onderdeel van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag, die er uiteindelijk voor zorgde dat het kabinet Rutte III viel. Ze woont in Haarlem met haar man en twee zoons en was daar tot vorig jaar actief in het bestuur van het Haarlemmer Houtfestival. Wij spraken haar over vervolging van de Belastingdienst, de bestuurscultuur in de politiek, het klimaat en slecht geïnformeerde Kamerleden.
U was een van de pioniers bij het aan het licht brengen van de toeslagenaffaire. Hoe staan de zaken er nu voor?
“Wat er is gebeurd is dat de overheid mensen jarenlang niet als individu heeft gezien, maar als fraudeur. Als je de staatssecretaris nu over de affaire hoort praten, gaat het allemaal heel goed. De ouders zeggen echter iets anders. Ja, er zijn mensen geholpen en sommigen zijn uit de problemen. Er waren ook mensen die niet zoveel schade hadden en goed uit de voeten konden met het geld dat beschikbaar kwam.
Dat is natuurlijk fijn, maar voor veel mensen die vanaf het begin strijden is het einde van het probleem nog niet in zicht. Ze zitten allemaal in de bureaucratische molen en velen van hen leven echt nog in armoede. De feestdagen gaan aan hun neus voorbij. Er zijn zelfs inzamelingsacties opgezet door andere ouders, om ervoor te zorgen dat die mensen wel wat financiële steun krijgen. Het is triest dat dat nog steeds nodig is.”
Er wordt momenteel veel gepubliceerd over de zwarte lijst bij de Belastingdienst. Kunt u daar wat meer over vertellen?
“De Belastingdienst hield een lijst bij waarop namen van mensen stonden die verdacht werden van fraude. Er stonden 270.000 mensen op die lijst. Zij krijgen nu allemaal een brief waarin staat dat ze onrechtmatig op die lijst hebben gestaan en de staatssecretaris heeft aangekondigd dat er een tegemoetkomingsregeling zal komen. We weten nog niet hoe de regeling eruit zal zien. Wat echter vooral het grote probleem is, is dat we niet weten hoe het systeem precies werkte en wie er allemaal getroffen zijn. Het ging namelijk niet alleen om toeslagen, maar ook om reguliere belastingzaken voor particulieren en het mkb. Er lopen nog allemaal onderzoeken naar. Dat irriteert me, want het is al twee jaar geleden dat de onderzoeksjournalisten van Trouw en RTL Nieuws dit openbaar hebben gemaakt.
Nog een extra probleem is dat er signalen zijn dat de gegevens van die lijst zijn gedeeld met andere overheden. Als dat zo is, kan het heel goed zijn dat er iets fout is gegaan bij bijvoorbeeld de gemeente of het UWV in plaats van bij de Belastingdienst. We weten het niet. Dat is het frustrerende: er is achter de schermen waarschijnlijk al heel veel bekend, maar zowel de Tweede Kamer als journalisten en andere inwoners van Nederland komen dat niet te weten.”
Een tijd geleden is er door advocaat Vasco Groeneveld een procedure gestart om de Belastingdienst te vervolgen. Die procedure werd afgewezen. Ziet u zelf aanknopingspunten voor het vervolgen van de Belastingdienst?
“Ik ben volksvertegenwoordiger, dus ik heb politieke middelen. Ik vind dat juridische procedures echt in de hoek van het recht horen. Ik kan niet tegen het OM zeggen dat ze de Belastingdienst maar moeten gaan vervolgen. Ik kan ook niet zeggen dat ik vind dat een bepaalde meneer of mevrouw voor de rechter moet komen en al helemaal niet welke straf diegene zou moeten krijgen.
Ik begrijp wel heel goed dat de ouders die zich achter Groeneveld hebben geschaard zeggen dat ze het niet eens zijn met de gang van zaken. Ik begrijp dat zij graag willen dat het OM tot vervolging overgaat en daarom dat verzoek indienen. Ik kan me heel goed voorstellen dat je in hun situatie wilt dat er in ieder geval door een rechter naar gekeken wordt en dat die rechter zich daarover uitspreekt.”
Een aantal directeuren bij de Belastingdienst, die betrokken waren bij de toeslagenaffaire, hebben inmiddels een andere functie gekregen. Voor hen heeft de affaire geen consequenties gehad. Wat vindt u daarvan?
“Ik vind dat heel verdrietig. Het zou heel goed zijn als iedereen zichzelf in de spiegel aankijkt en zich afvraagt hoe dit heeft kunnen gebeuren. Rechters hebben dat gedaan: die hebben hun excuses aangeboden en toegegeven dat ze niet onafhankelijk genoeg naar de ouders hebben gekeken. Ook de Raad van State heeft schuld bekend. Er is zelfs een internationaal onderzoek uitgevoerd naar de stand van zaken in onze rechtsstaat. Die reflectie heb ik bij de Belastingdienst nog niet gezien.
Ook hier ga ik niet zeggen ‘die moet weg en die moet weg’, maar ik vind het wel zorgelijk dat er geen enkel ontslag is geweest. Al helemaal als je bedenkt dat de klokkenluider wél is aangepakt. Terwijl wij in de Tweede Kamer juist hebben gezegd dat dat niet hoefde. Ik vind het moeilijk om me erover uit te spreken, omdat het eigenlijk niet hoort dat een Tweede Kamerlid over het personeelsbeleid gaat. Toch vind ik het zorgelijk dat er geen personele consequenties zijn geweest.”
Afgelopen jaar is er best wel informatie gelekt rondom de formatie. Er lijkt qua bestuurscultuur niet zoveel veranderd te zijn. Hoe kijkt u tegen die cultuur aan?
“De bestuurscultuur is een behoorlijk platgetreden term en iedereen bedoelt er iets anders mee. Waar het mij om gaat, is transparantie en eerlijkheid. Er kan iets misgaan, maar dan vertel je dat eerlijk en herstel je de schade. Je zorgt er dan ook voor dat die schade niet te groot wordt. Op het moment dat je een besluit neemt waarvan je denkt ‘dit is onvoordelig voor de samenleving’, moet je dat niet wegstoppen. Het is vaak zo dat het de lokale volksvertegenwoordiging moeilijk gemaakt wordt om nee te zeggen. Je wordt onder druk gezet, wat het vertrouwen schaadt. Transparantie – laten zien wat je doet en waarom – is daarom extra belangrijk.
In Den Haag is een van de grote problemen momenteel dat de regering Kamerleden uit de oppositie op een andere manier ziet dan Kamerleden uit de coalitie. Als er een vraag van mij of een directe collega uit de oppositie komt, wordt die als vijandig gezien. Terwijl het soms zo is dat we een vraag stellen die tot het blootleggen van een fout kan leiden. Als die fout wordt opgebiecht en hersteld, kunnen we verder. We moeten af van de bestuurscultuur waarbij gedacht wordt in twee vijandige partijen. Ik hoop sterk dat de nieuwe coalitie dat patroon gaat doorbreken.”
Kamerleden plaatsen op social media vaak berichten dat ze niet goed worden geïnformeerd en dat debatten niet altijd even strak worden georganiseerd. Hoe zit dat precies?
“We krijgen soms zoveel informatie dat je door de bomen het bos niet meer ziet. Het gaat af en toe ook over onderwerpen waar de rest van het land op dat moment niet mee bezig is. Er wordt dan gehoopt dat de storm wel overwaait. Het heeft alles te maken met de eerlijkheid en transparantie die ik net noemde.
Ik zeg zelf altijd dat het handig zou zijn om een register voor overheidsdocumenten te hebben, zodat iedereen kan zien welke documenten er allemaal zijn. Er hoeven echt geen contactgegevens van ambtenaren in te staan, maar een overzicht van wat er is gebeurd zou zeker handig zijn. Er zijn genoeg landen die dit systeem al hanteren en dat gaan allemaal prima.
Wat de debatten betreft: de laatste tijd gaat het heel erg over de vorm, over hoe de Kamerleden met elkaar omgaan. Ik zou het graag weer wat meer over de inhoud willen hebben, want daar moet het uiteindelijk over gaan. ”
De term ‘Ruttedoctrine’ wordt steeds bekender. Denkt u dat daar met het nieuwe kabinet een einde aan komt?
“Ik hoop dat er een einde aan komt. Dat er geen stukken meer voor de Tweede Kamer worden achtergehouden omdat dat beter is voor de beeldvorming. Het moet om de inhoud gaan, niet om de beeldvorming. Het is echter nog breder dan alleen Rutte zelf: het is eigenlijk een cultuur die op dit moment in de politiek heerst. Iedereen begrijpt dat er fouten worden gemaakt, maar die worden willens en wetens achtergehouden. Daar moeten we van af.”
Een laatste onderwerp: het klimaat. U bent daar actief mee bezig. Wat kunnen we de komende tijd van de SP verwachten op dit gebied?
“Wij zijn ons ervan bewust dat de opwarming van de aarde komt door hoe we nu dingen produceren en verspreiden. We willen dat probleem niet individualiseren. Een betere wereld begint niet bij onszelf, maar bij bedrijven als Shell. We zien dat er wereldwijd nog duizenden miljarden per jaar worden geïnvesteerd in fossiele industrie. Zolang dat doorgaat, maakt het niet uit hoe duurzaam en biologisch we bezig gaan. Het probleem zal dan blijven bestaan.
Wij als SP zeggen daarom dat er vooral iets moet gebeuren op het gebied van die investeringen. Pensioenfondsen, banken en overheden kunnen daar allemaal een steentje aan bijdragen. Dat zal de strijd zijn die wij gaan voeren. Wij breken met het ‘als jij zelf iets doet, komt het allemaal goed’-verhaal en laten zien dat het een systeemdiscussie is.”
Tot slot: heeft u nog een boodschap voor de lezers van dit interview?
“Ik snap dat je denkt ‘wat moet ik nog met Den Haag, die mensen hebben het alleen maar over de politiek zelf’. Tegelijkertijd: als je je daarvan afkeert, wat is het alternatief? Als je niet stemt, beslist een ander voor jou. Je kunt ook buiten het stemmen om van je laten horen, door lid te worden van een politieke partij of mee te doen aan lokale demonstraties. De democratie vraagt van iedereen dat we overal scherp op zijn en dingen met elkaar organiseren.
Waar ik me zorgen over maak, is dat er bij gemeenteraadsverkiezingen onlangs maar een opkomst van dertig tot veertig procent was. Dat is een minderheid, die dan voor de meerderheid van die gemeente beslist hoe het verder gaat. Landelijk zijn de cijfers beter, maar er is nog altijd een groot aantal mensen dat niet stemt. Je laat de toekomst van je land dan over aan anderen. Ik vind dat wel een dingetje en ben daarom bezig uit te zoeken hoe we ervoor kunnen zorgen dat onze democratie nog veel meer van ons allemaal is. Ik hoop dat iedereen daaraan mee wil werken.”
Op zaterdag 19 februari is in De Drie Linden in Prinsenbeek de papieren versie van het heldenverhaal over Edwin Plinck – slachtoffer toeslagenschandaal – uitgereikt aan Renske Leijten. Naast hen waren er twee andere sprekers.
In december verscheen Edwin in BredaVandaag als Held van de Maand. Vanaf dat moment is de uitgebreide versie op deze website te downloaden. De papieren variant bestaat naast het magazine uit 2020 en het boek ‘Goed Volk’ uit 2018.
Fotograaf: Maartje Verheijen
Edwin is aangemeld door Renske Leijten en Inge Verdaasdonk, die allebei veel informatie hebben over dit schandaal. Daardoor kennen ze veel slachtoffers. Nadat het verhaal digitaal was verschenen, heeft de SP de papieren versie gesponsord.
Dat de uitreiking geen politiek karakter had, bleek wel uit het feit dat burgemeester Paul Depla als eerste spreker aanwezig was. Hij vond het belangrijk dat overheid en ambtenaren niet alleen naar de regels kijken, maar zeker ook naar het doel erachter.
Anita van der Helm vertelde dat wat Edwin overkomen was, bij écht iedereen kan gebeuren. Edwin kiest er vervolgens voor om toch voor anderen klaar te staan. Daardoor maakt hij de wereld rechtvaardiger. En dat is wat mensen als je ze diep in hun hart kijkt allemaal willen. In het miniboekje staat hoe je dat kunt doen.
Edwin zelf was de derde spreker. Hij bedankte vooral zijn ouders, schoonouders en vriendin. Paul Depla kreeg van hem een doos vol delicatessen als symbolisch gebaar, omdat de gemeente Breda veel voor de slachtoffers toeslagenaffaire doet. Ook Renske en Anita kregen zo’n pakket.
Renske Leijten tenslotte vertelde over de geschiedenis van het toeslagenschandaal. Ze riep verder op om vooral te gaan stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen, op welke partij ook. Want mensen uit achterstandswijken stemmen te weinig en daardoor krijgen de mensen uit betere buurten het voor het zeggen. Iets als een toeslagenschandaal kan zich dan veel sneller herhalen. Ze vroeg Helden Van Breda mee te doen aan deze oproep om te gaan stemmen, juist omdat Helden van Breda ambassadeurs heeft bij alle partijen. Want Helden zijn van iedereen.