Kindertoeslagaffaire

Directeuren erkennen fouten in toeslagaffaire, maar schuiven schuld ook af

Directeuren erkennen fouten in toeslagaffaire, maar schuiven schuld ook af

Na urenlange verhoren op de derde dag van de verhoren over de toeslagenaffaire, erkenden twee oud-directeuren van de Belastingdienst dat zij fouten hadden gemaakt, maar het hardvochtige optreden van de fiscus kwam in hun ogen ook vooral door anderen.

Volg de komende dagen alles rondom de verhoren omtrent de toeslagenaffaire

Ontvang meldingen bij belangrijke ontwikkelingen rondom de toeslagenaffaire

Peter Veld, directeur-generaal Belastingdienst tussen 2010 en 2015, en Gerard Blankestijn, directeur Toeslagen bij de Belastingdienst tussen 2011 en 2018, zaten op hoge posities bij de Belastingdienst in de tijd dat de fraudejacht werd opgericht en uiteindelijk volledig ontspoorde.

Zij zagen dingen fout gaan, trokken aan de bel bij hun bazen, maar toen verdere actie uitbleef om iets te veranderen, kwam er geen vervolg.

“Ik had een gevoel van onmacht”, zei Blankestijn. Veld: “Ik voelde me ongemakkelijk over de regels. Die waren te streng.”

De wet schreef voor dat, als er een fout werd gemaakt bij de aanvraag voor kinderopvangtoeslag, het totaal uitgekeerde bedrag terugbetaald moest worden. Dat kon betekenen dat een rekenfout van 100 euro, je een rekening van 30.000 euro opleverde.

Ambtenaren geven ook Sociale Zaken de schuld

Beiden uitten hun zorgen. Toen Blankestijn in 2015 na een aantal pogingen merkte dat er niets zou veranderen, is hij daarmee opgehouden. “Daar had ik mee door moeten gaan”, zegt hij nu.

Blankestijn en Veld stuitten met name op onwil bij het ministerie van Sociale Zaken. Daar wordt immers het beleid voor de kinderopvangtoeslag bepaald. Het ministerie van Financiën, waar de Belastingdienst onder valt, was alleen verantwoordelijk voor de uitvoering en de opsporing van fraude.

“Als er toen was geluisterd naar de Belastingdienst, dan hadden we nu niet deze problemen gehad”, zei Veld. Hij noemde de houding van Sociale Zaken “halsstarrig”. Ook de staatssecretarissen Frans Weekers (tot 2014) en Eric Wiebes (2014 – 2017) waren volgens de ambtenaren bereid de wet aan te passen.

Ook moest de context worden begrepen, vonden de oud-directeuren. Toen de fraudejacht werd ingezet, was daar brede politieke en maatschappelijke steun voor vanwege de Bulgarenfraude die in 2013 aan het licht kwam.

De fiscus werd door Bulgaren via de toeslagen voor miljoenen opgelicht. In Nederland riep de Tweede Kamer vervolgens om hard optreden. “De druk was mega”, herinnerde Blankestijn zich.

Beeld uit video: Verhoren toeslagenaffaire van start: Hoe fraudejacht ontspoorde4:55

Verhoren toeslagenaffaire van start: Hoe fraudejacht ontspoorde

Antwoorden zorgden niet voor duidelijkheid

Er waren in het voorjaar van 2017 al redenen genoeg om de koers te wijzigen: de Belastingdienst verloor een belangrijke rechtszaak bij de Raad van State, de Nationale ombudsman kwam met een kritisch rapport en er verscheen een intern advies (memo) waarin werd opgeroepen het beleid te wijzigen. Toch hield men bij de fiscus daarna nog vast aan de harde lijn.

“U voelde onmacht. Waarom pakte u dat moment niet aan om iets te veranderen?”, vroeg een zichtbaar geïrriteerde Attje Kuiken (PvdA) aan Blankestijn.

Zijn antwoorden zorgden niet per se voor meer duidelijkheid. Zo vond Blankestijn dat hij wel degelijk gevolg had gegeven aan het interne rapport van Sandra Palmen, een hooggeplaatste jurist bij de fiscus, want haar adviezen stonden min of meer ook in het rapport van de Nationale ombudsman en die zijn ter harte genomen.

Het beeld is juist dat het advies van Palmen in een la verdween zonder dat er iets mee gebeurde. Nog opmerkelijker: het bleef daar liggen ondanks dat meerdere commissies, journalisten en Kamerleden ernaar vroegen.

“Er is slecht gezocht”, zei Blankestijn daarover. Het zou namelijk gewoon bij andere verslagen liggen die netjes waren opgeborgen.

De uitspraak van de Raad van State is volgens Blankestijn wél nageleefd door de Belastingdienst. Dat bleef een discussiepunt tussen hem en de commissieleden.

Ongeluk of doodzonde?

Na de uitspraak van de Raad van State volgde een gesprek tussen de Belastingdienst en Eva González Pérez, de advocate van tientallen gedupeerde ouders, met de bedoeling om samen tot een oplossing te komen.

Ook daarover lopen de lezingen uiteen. González Pérez verscheen maandag voor de commissie en verklaarde daar dat zij tijdens dat gesprek “tegenover een muur van ontkenning” zat. “Een senior jurist van de Belastingdienst liep stampvoetend weg.”

González Pérez zat in de rechtszaal met een incompleet dossier, ontdekte zij later. De Belastingdienst werd verweten stukken voor de rechter achter te houden. “Een doodzonde”, zei González Pérez. “Een ongeluk”, beweerde Blankestijn.

Het was het zoveelste voorbeeld dat (voormalig) hoge ambtenaren van de Belastingdienst een totaal andere belevenis hebben van de toeslagenaffaire dan de gedupeerde ouders.

Of zoals commissievoorzitter Chris van Dam (CDA) het uiteindelijk formuleerde: “Ik heb het idee dat u als piloot in de cockpit wel op de metertjes hebt gekeken, maar niet naar de mensen.”

Beeld uit video: Belastingdienst-directeur geëmotioneerd door toeslagenaffaire1:16

Belastingdienst-directeur geëmotioneerd door toeslagenaffaire

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *